Op die manier

Het zal er wel mee te maken hebben dat Matthijs en ik hetzelfde bouwjaar delen. Op een of andere manier komt de hetze die tegen hem gevoerd wordt bij mij harder binnen dan bij de rest van Nederland. Het is persoonlijk. Ik wil er verder eigenlijk geen aandacht aan besteden, maar hoe kan ik dat als er elke dag opnieuw iemand wordt opgegraven om iets gemeens over de ooit zo populaire presentator te zeggen. Beau pakt op zijn geheel eigen wijze moralistisch uit en deelt met de wereld dat veel van de afgekeurde redacteuren tegenwoordig zijn redactie bevolken. Fijn! Wat moet ik nu denken? Dat het daaraan ligt?

Waar iedereen het wel over eens schijnt te zijn, is dat Matthijs niks strafbaars valt te verwijten. Hij valt niet in de categorie bekendheden die de dagen opleukten met aanranding en naar verkrachting riekende activiteiten. Voor zover we nu weten – maar dat kan morgen natuurlijk anders zijn – had hij ook niet de gewoonte zijn edele delen op de glasplaat van het kopieerapparaat te leggen en de afdrukken te verspreiden onder zijn medewerkers. Dat zou in de woorden van Frits Barend namelijk pas echt ‘walgelijk’ zijn. In dat geval zou ik mij er iets bij voor kunnen stellen dat je als visagiste dan toch iets minder ontspannen aan zo iemand zit te pulken.

Maar van dat alles is dus geen sprake. Matthijs is in de vijftien jaren dat hij het programma presenteerde alleen gemiddeld twee of drie keer per jaar uit zijn vel gesprongen als er weer eens een medewerker de boel liep te verstieren. Als je maar lang genoeg wacht, stapelt dat lekker op en krijg je vanzelf het beeld van een compleet gestoord monster. En als je zelf niet op die gedachte bent gekomen, dan word je daarbij wel geholpen door een mislukte visagiste die op televisie haar verhaal mag komen afdraaien. Ze is jaren later nog steeds helemaal van de kaart door wat ze naar haar hoofd kreeg geslingerd, toen ze de presentator vlak voor de uitzending transformeerde tot een lid van de Adams Family.

Het zal, zoals ik al zei, er wel mee te maken hebben dat Matthijs en ik hetzelfde bouwjaar delen. Ik presenteer dan wel geen talkshow en ik heb geen medewerkers om te terroriseren, maar dat maak ik goed door in het verkeer los te gaan op figuren die er alles aan gelegen schijnt te liggen mijn humeur op te proef te stellen. Waarschijnlijk maakt mij dat in de ogen van Frits en Beau ook tot een walgelijk monster. Waarschijnlijk kan ik mij ook de moeite sparen een sollicitatie te richten aan de heilige Peter van der Vorst, die het achteraf ook altijd heel jammer vindt als zijn omroep er weer een goor programma tussendoor heeft laten glippen.

Veel fans heeft Matthijs niet meer over en de heersende opvatting maakt duidelijk dat er op dat punt voorlopig geen verbetering valt te verwachten. Eerst een tijd in een ijskoude grot en vervolgens een interview met Beau om publiekelijk door het stof te gaan. Iemand afschieten is in Hilversum niet genoeg. Het moet wel pijn doen. Hoe langer ik gedwongen getuige ben van deze onverkwikkelijke klucht, hoe meer ik de behoefte krijg een Matthijsfanclub op te richten. Voorlopig nog met slechts één enkel lid, maar dat kan veranderen. Contributie heffen doe ik niet, maar aan de leden wordt wel gevraagd eens per jaar een boek van mij aan te schaffen. Op die manier heb ik er ook nog wat aan.



Twitter Facebook LinkedIn Volgen


Op die manier

Boek aan een touwtje

Van het podium

Nog een flesje

Noten en geveinsd fatsoen

Gillende sirenes