Veroorzaken van tumult

In een debat over de bedreigingen van de persvrijheid wordt Peter R. de Vries weer heilig verklaard als het boegbeeld van de strijd die journalisten dagelijks voeren. Toen hij nog rondliep, vonden veel mensen hem toch maar een raar figuur, maar sinds hij de oversteek maakte, is hij het gewicht in goud waard. Peter is het argument dat andere argumenten overbodig maakt. Een argument waartegen verweer geen enkele zin heeft. Sylvana Simons moet haar betoog even onderbreken om uit te huilen op de schouder van Kamervoorzitter Vera Bergkamp. Het is te veel en ik wordt er niet goed van.

Ergens doet het mij wel deugd dat minister Ferd Grapperhaus meewarig zit te schudden met zijn kale hoofd. 'Da war ja mal haar da', zing ik onwillekeurig, in navolging van de Höhner. Soms is humor de beste verdediging. Verdediging tegen Musje van Meijeren die alle bedreigde journalisten met zijn piepstemmetje nog even een gemene trap na geeft. Van hem mogen journalisten met hart voor de zaak bestempeld worden als 'tuig' uit veelal linkse hoek. Een Kamerlid heeft het over rillingen die haar over de rug lopen bij het horen van zijn woorden. Ik kan mij er wat bij voorstellen. Waarom krijgen zulke lieden nooit te maken met een virus dat hen doet snakken naar de zuurstof van Diederik Gommers. En dat Diederik dan met zijn verzoenende stem belooft zijn best te zullen doen. Misschien ligt er nog een flesje op zolder. Het hoeven toch niet altijd de goeden zijn die de rekening moeten betalen.

Dat Musje de ambitie heeft een grote uil te worden, blijkt wel als hij de Kamervoorzitter zo ongeveer van woede laat ontploffen. Als hij niet onmiddellijk stopt met het erbij halen van de Tweede Wereldoorlog, dan gebeuren er ongelukken. Waarschijnlijk heeft de grote mentor van de partij hem uitgelegd dat hij voor het veroorzaken van tumult het beste juist wel op die knop kan drukken. Hij maakt in elk geval geen aanstalten te gehoorzamen. Onvermoeibaar gaat hij door nagels in de kist van Vera te meppen.

Eigenlijk moet ik er schande van spreken, maar in werkelijkheid heb ik zitten genieten. Dat de rest van Nederland de politiek maar saai vindt. Musje en ik weten wel beter. In de plenaire zaal van de Tweede Kamer vliegen je regelmatig de vonken om de oren en Musje is op dat vlak echt een aanwinst te noemen. Geboeid buig ik voorover, om toch vooral niks te missen. Het is zo'n moment waarvan mensen later aan elkaar vragen waar zij waren toen Musje uit de plenaire zaal van de Tweede Kamer werd gesleept. Ik kan het precies vertellen. Voor de televisie zat ik en waar het debat eigenlijk over ging, interesseerde mij helemaal niks meer. Musje kwakte zijn kaarten als toekomstig leider van de Uilenpartij met verve op tafel en ik was erbij.



Mijn bundels met columns zijn te koop via:


Twitter Facebook LinkedIn Volgen


Veroorzaken van tumult

Boek aan een touwtje

Van het podium

Nog een flesje

Noten en geveinsd fatsoen

Gillende sirenes