Tussenkleuren

Het is weer zondag en dus schakel ik gretig over naar mijn vrienden van het Filosofisch Kwintet voor het vervolg van het filosoferen over de omgang met onzekerheid. Deze keer blijkt de uitzending te gaan over de invloed van onzekerheid op de onderlinge verhoudingen en gespreksleidster Clairy Polak gooit maar meteen een ferm stuk rood vlees in de arena: zijn de gasten bang voor de opinie van anderen of hechten zij er juist waarde aan?

Het laatste zal wel niet het geval zijn, neem ik aan. Filosofen hechten toch vooral waarde aan de eigen opinie. Misschien kun je geen goede filosoof worden als je niet overtuigd bent van het eigen gelijk. Het zou een leuk onderwerp zijn voor een volgend seizoen. Zij beginnen elke zin met de mededeling het helemaal eens te zijn met wat er wordt gezegd en gaan vervolgens doodleuk een andere kant op.

In een bespiegeling over zwart en wit verkondigt een van de gasten trots typisch iemand van tussenkleuren te zijn. Zo ziet hij er ook uit, denk ik meteen en ik weet dat het een gedachte is die mij zwaar in de problemen zal gaan brengen als Sylvana Simons er lucht van krijgt. Wil ik wel eens heel snel stoppen met die racistische praatjes? Grapjes over tussenkleuren beantwoordt zij met volle inzet van haar verbale geweldsinstrumenten. Op een of andere manier maakt Sylvana mij erg onzeker. Ik vraag mij af wat mijn vrienden aan tafel daarvan denken. Is er sprake van een verdrongen schuldgevoel, of ben ik gewoon geen held als het de omgang met sterke vrouwen betreft?

De tussenkleuren van de filosofen hebben geen directe relatie met de vijftig grijstinten waarover een boek is geschreven voor de zich vervelende huisvrouw. Filosofen wijden zich in de ivoren toren aan nuance, niet aan het klappen van de zweep. Hun lusten als man, vrouw of onbestemd wezen bewaren zij professioneel voor de privéruimte. De man van de tussenkleuren is echter wel vrij fel, valt mij op. Ik kan mij hem goed voorstellen met een zweepje in de hand. De filosofe die hem met schrikachtige ogen zit aan te kijken, bevindt zich volgens mij op dezelfde dwaalweg en de gedachte doet haar meer dan een academische stoeipartij met het concept onzekerheid. Kan de meester haar na de uitzending even tot de filosofische orde roepen?

Mijn schemerige fantasieën laten zich pas beteugelen als ik de gespreksleidster haar zeggen dat zij niet wil dat het gesprek eindigt met een burgeroorlog. Hoe het zover kon komen, weet ik niet. Heeft die kerel van de tussenkleuren weer eens uit een stellig vaatje getapt? Is een burgeroorlog erger dan de kelder waar die schrikachtige filosofe op haar portie straf staat te wachten? Wil Clairy met dat beeld voor ogen het programma soms wel afsluiten?




Mijn bundels met columns zijn te koop via:


Twitter Facebook LinkedIn Volgen


Tussenkleuren

Boek aan een touwtje

Van het podium

Nog een flesje

Noten en geveinsd fatsoen

Gillende sirenes